Competenties
Reanimatie en AED
Het onderdeel reanimatie, dat deel uitmaakt van de leerstof voor het Diploma Eerste Hulp is uitgebreid met het gebruik van de AED (Automatische Externe Defibrillator). De aantekening “AED-bediener” wordt niet meer apart op het diploma vermeld.
Toetsing
In de twee jaar dat het diploma geldig is, moeten de competentienummers 1 t/m 6 inclusief ‘Bediener AED’ en de module ‘Verbandleer en Kleine Ongevallen’ ieder jaar beoefend en getoetst worden:
- vijf belangrijke punten bij het verlenen van eerste hulp
- stoornissen in het bewustzijn
- stoornissen van de ademhaling
- stilstand van de bloedsomloop
- ernstige uitwendige bloedingen
- shock
De competentienummers 7 t/m 18 worden minimaal 1 x in de twee jaar in het programma opgenomen om getoetst te worden.
- uitwendige wonden
- brandwonden
- kneuzing en verstuiking
- ontwrichting en botbreuken
- oogletsels
- vergiftiging
- elektriciteitsongevallen
- letsels door koude
- letsels door warmte
- vervoer over korte afstand
- verband- en hulpmiddelen
- het menselijk lichaam
Bezemles
Aan het eind van de 2 jaar dat het diploma geldig is, moet de EHBO-er van alle onderwerpen ten minste 1 of 2 maal (afhankelijk van het onderwerp) de competenties hebben behaald. Wanneer dit niet het geval is, kan men tijdens een bezemles laten zien dat de onderwerpen die gemist zijn, of waarvoor de competentie onvoldoende was, toch beheerst worden. Deze bezemles wordt ingepland wanneer hiervoor candidaten zijn en ieder die er voor in aanmerking komt, ontvangt hiervoor een oproep.